De verschillende types diabetes
Diabetes is een ziekte die de laatste jaren flink is toegenomen. Er zijn verschillende types diabetes en soms wordt het veroorzaakt door een zittende leefstijl in combinatie met een slecht dieet. Erfelijke aanleg speelt echter ook een grote rol.
In dit artikel bespreken we wat diabetes precies is en welke verschillende types er bestaan. Wist je bijvoorbeeld dat er meer dan 100 miljoen volwassenen in de Verenigde Staten diabetes hebben of het risico lopen dat ze deze ziekte krijgen?
Dit betekent dat deze ziekte bijna een derde van de bevolking treft. Daarbij komt het ook meer voor bij mensen die met pensioen zijn.
Wat is diabetes?
Eenvoudig gezegd is diabetes een ziekte die zich kenmerkt door een grote hoeveelheid glucose in het bloed. Dit komt door het niet goed functioneren van de alvleesklier, het orgaan dat verantwoordelijk is voor de productie van insuline.
Als de alvleesklier te weinig insuline produceert wordt het glucoseniveau in het bloed niet goed gereguleerd. Deze taak moet daarom kunstmatig worden uitgevoerd met behulp van injecties of pillen.
Diabetes kan in verschillende levensfases optreden en met een verschillende oorzaken en gevolgen. Vandaar dat we deze ziekte in verschillende types indelen.
Verschillende types diabetes
Diabetes type 1
Bij diabetes type 1, vroeger ook wel jeugddiabetes genoemd, produceert de alvleesklier geen insuline. Mensen die hier aan lijden dienen dagelijks insuline te injecteren. Hoewel het op elke leeftijd kan voorkomen, begint deze ziekte meestal tijdens de eerste levensjaren of adolescentie.
Dit type diabetes is makkelijker te diagnosticeren, aangezien er geen insuline in het lichaam aanwezig is. In veel gevallen ontdekken ze het in de eerste maanden na het begin. Soms kan je kiezen voor een insulinepomp om de dosering beter bij te houden.
Dankzij de medische vooruitgang en de grote variëteit aan voedsel dat verkrijgbaar is in de supermarkten, is het leven van patiënten iets makkelijker geworden. Mensen met diabetes type 1 kunnen nu een leven leiden dat praktisch hetzelfde is als dat van mensen die geen last hebben van deze ziekte.
Diabetes type 2
In tegenstelling tot type 1 produceert de alvleesklier hier wel insuline. Het produceert alleen te weinig of het heeft in het ergste geval niet het gewenst effect. Diabetes type 2 vereist ook een behandeling en is gerelateerd aan een sterke genetische factor.
Hoewel erfelijkheid dus een fundamentele rol speelt, is de leefstijl ook van grote invloed op het ontstaan van deze ziekte. Over het algemeen verschijnt diabetes type 2 vaker bij mensen:
- met een zittende leefstijl
- die lijden aan overgewicht of obesitas
In feite heeft 80 procent van de mensen met dit type diabetes een duidelijk overgewicht. De behandeling bestaat onder meer uit pillen en/of insuline, afhankelijk van de ernst van de ziekte en de reactie van de patiënt tegen het medicijn.
Tot een paar jaar geleden stond dit type ook wel bekend als ouderdomssuiker, maar tegenwoordig gebruiken we deze term niet meer. Dit komt omdat steeds meer jongere mensen deze ziekte ontwikkelen, al bestaat het merendeel van de patiënten nog altijd uit mensen ouder dan 40 jaar.
Zwangerschapsdiabetes
Deze vorm van diabetes ontstaat meestal in de tweede helft van de zwangerschap. We willen zeker geen paniek zaaien, maar het is belangrijk om erop te wijzen dat dit type wel vaak voorkomt bij zwangere vrouwen die daarvoor reeds (ernstig) overgewicht hadden. De behandeling is afhankelijk van de intensiteit van de ziekte.
Een medische controle is eigenlijk vereist om er zeker van te zijn dat diabetes geen risico vormt voor de baby of de moeder. In de meeste gevallen volstaat het om alleen de consumptie van suiker in maaltijden te verminderen.
Je zou het dan moeten vervangen door natuurlijke zoetstoffen zonder calorieën. Dit betekent dus dat de moeder erg voorzichtig moet zijn als ze die typische eetbuien tijdens de zwangerschap krijgt.
Zwangerschapsdiabetes wordt meestal ontdekt bij een algemene controle, waarna met voor de duur van de zwangerschap medicatie en/of insuline moet gebruiken. Over het algemeen is dit niet meer nodig na de bevalling.